Mensachtige wezens zijn gedoemd om toast met de boterzijde naar beneden te laten vallen 🥪 In 1995 schreef Robert Matthews een paper waarin hij aantoonde dat toast die met de boterzijde naar beneden landt niet alleen slecht geluk of bewijs van de wet van Murphy is ('Als het fout kan gaan, zal het dat doen') - het is fysica en uiteindelijk toe te schrijven aan de waarden van de fundamentele constanten. Toast begint meestal te draaien wanneer het van een tafel valt, maar de hoogte van de meeste tafels (~75 cm) is net genoeg zodat het ongeveer een halve draai maakt, waardoor het met de boterzijde naar beneden landt. Dit komt niet door het gewicht van de boter of aerodynamica, die verwaarloosbaar zijn. Het gaat eerder om het koppel en de tijd tijdens de val. In dit paper bouwt Matthews een gedetailleerd dynamisch model van de val van de toast en toont experimenteel aan dat onder realistische omstandigheden (met weinig horizontale snelheid) er een ingebouwde bias is naar een landing met de boterzijde naar beneden. Verrassend genoeg is deze bias gekoppeld aan fundamentele constanten: de hoogte van de tafel wordt beperkt door de menselijke hoogte, die op haar beurt wordt beperkt door biomechanische stabiliteit en de sterkte van moleculaire bindingen (à la Press, 1980). Gegeven de waarden van de fundamentele constanten is het resultaat universeel - alle intelligente, mensachtige wezens zijn gedoemd om toast met de boterzijde naar beneden te laten vallen. Om dit lot te vermijden? Een kleine duw voegt horizontale snelheid toe, waardoor het rotatiekoppel vermindert, een tegenintuïtieve oplossing maar ondersteund door de fysica.
Lees het geannoteerde paper hier:
107,43K