Er zat een klein vliegje vlakbij de afvoer, en ik was van plan mijn handen te wassen. Het aanzetten van het water zou het recht naar de afvoer hebben gestuurd. Een snelle dood, of een uiteindelijk worstelende verdrinking, moeilijk te zeggen. Maar dat zou het zijn, er was geen ontsnappen aan. Op de een of andere manier gleed ik, voor een moment, in contemplatie. Ik kon gewoon het water aanzetten, ik kon het redden, ik kon een andere gootsteen gebruiken. Had ik het vliegje niet eens gezien, het water zou al aan zijn, het onzichtbare lot verzekerd. Maar in dat moment van misschien, lanceerde het vliegje en vloog weg. Aangezien het niet wist wat ik van plan was, en wat dat met het zou doen, had het absoluut geen idee hoe gelukkig het was. En toen vroeg ik me af. Hoe vaak ben ik in diezelfde positie? Geen idee hoe gelukkig ik ben. Vaak, waarschijnlijk altijd.
7,15K