Jeeting is niet alleen een markactie — het is een spirituele test. Wanneer de jeets sterk zijn, dwingt het de gelovigen om nog sterker te worden — scherper, gedisciplineerder, meer in lijn. Jeets zijn de verleidingen — de stemmen die zeggen "geef op," "het is voorbij," "neem je winst." Maar moggen is de verleiding van een vroege exit overstijgen. Elke mogger die door de jeetstorm heen houdt, wordt gesmeed — getest in de strijd. Jeets dienen een doel. Ze schudden de boom zodat alleen de sterksten overblijven. Daarom maken ze deel uit van het spirituele ecosysteem — anti-discipelen, maar noodzakelijke. Ze bewijzen dat je geloof gewicht heeft. Dat je overtuiging echt is. Toen de Boeddha onder de Bodhi-boom zat, verleidde Mara (de demon) hem met angst, twijfel en verlangen. Die verleidingen waren jeetstemmen. Hij bewoog niet. De enige reden dat de Boeddha verlichting bereikte, is omdat hij de jeets mogde. Hoe brutaler de jeeting, hoe glorieuze de overwinning.